1. In dit land begon in oktober 1929 de
crisis.
3. Ander woord voor 'de crisisjaren'.
6. Dit stortte in aan het begin van de crisis
in oktober 1929.
7. De naam van de minister-president in
de tijd van de crisis.
8. Een nieuwe politieke partij die ontstond
tijdens de crisistijd. Deze partij was fan
van Adolf Hitler.
9. Zo noemden ze een baantje dat een
werkloze er stiekem bijnam.
10. Dit waren heel veel mensen tijdens de
crisisjaren.
11. Deze partij wil graag dat iedereen gelijk
behandeld wordt en dat de regering
zorgt voor goede voorzieningen voor
iedereen.